Kids Only > Weten > De geschiedenis van het vliegen

De geschiedenis van het vliegen

De legende

Vliegen naar de vrijheid
Alle uitvinders die probeerden om een werkend vliegtuig te bouwen, hebben aan het verhaal van Daedalus en zijn zoon Icarus gedacht. Het werk geschreven door de Romein Ovidius meer dan 2000 jaar geleden.

Daedalus en zijn zoon Icarus waren door Koning Minos opgesloten in een labyrint op het eiland Kreta. Het doolhof werkt bewaakt door de Minotaurus, een levensgevaarlijke kruising tussen een man en een stier. Alle wegen naar de vrijheid waren afgesloten, behalve de lucht. Daedalus besloot dan ook om met zijn zoon als vogels te vluchten. Ze maakten grote vleugels van ganzenveren en bijenwas. Daedalus omhelsde Icarus en waarschuwde hem weg te blijven van de zon, want de hitte daarvan zou de was doen smelten.

Toen stegen ze op. Het eerste stuk ging fantastisch. Icarus bleef vlak achter zijn vader en ze schoten goed op. Maar Icarus raakte zo opgewonden van zijn vliegkunst en van de nabijheid van de zon, dat hij uit het spoor van zijn vader vloog, recht op de brandende bol af. Toen gebeurde waar Daedalus al bang voor was. De bijenwas smolt en Icarus viel, zwaaiend met zijn armen, te pletter in zee.

Een vrije maar ongelofelijk verdrietige Daedalus begraaft zijn zoon ergens aan de Griekse kunst. Tot op de dag van vandaag heeft het daar de Icarische kust?






Uitvinders en vliegen

Leonardo da Vinci droomde ervan om zelf te vliegen, in een tijd dat er nog geen motoren bestonden en alles met spierkracht gebeurde. Allereerst bedacht hij een verbetering van de wassen vleugels van Icarus.

De vlieger moest plat op zijn buik in het bootje gaan liggen. Door aan de stangen voorop te trekken, alsof hij aan het roeien was, bewoog de vlieger twee vleugels die ontworpen waren naar het voorbeeld van die van vogels.

Al gauw ontdekte Leonardo dat de mens niet genoeg spierkracht heeft om de vleugels zelf te bedienen. Daarna bedacht hij een vliegende schroef.



Leonardo?s idee was dat de schroef zich door de lucht zou boren, als een kurkentrekken door een kurk. Het is niet duidelijk of hij hem ooit heeft gebouwd, maar ook met dit idee is hij uiteindelijk niet verder gegaan.

Tussendoor vond hij ook nog een piramidevormig valscherm uit, driehonderd jaar voor de eerste werkende parachute. Leonardo had zelfs berekend hoe groot het ding moest worden: 12 armlengtes bij 12 armlengtes. We weten niet of hij zijn berekeningen in het echt heeft gecontroleerd. Ook al lukte het Leonardo da Vinci niet om zijn apparaten de lucht in te krijgen, zijn creativiteit en nieuwsgierigheid blijven uitvinders tot op de dag van vandaag inspireren.

Leonardo da Vinci leefde van 1452 tot 1492 en was behalve schilder ook architect, dichter, wapenbouwer en uitvinder.

Op 4 juni 1783 laten Joseph en Etienne Montgolfier voor het eerst voor een verbaasd publiek een onbemande proefballon opstijgen.
Op 19 september 1783 demonstreren de broers een nieuwe ballon. Om vast te stellen of in hogere luchtlagen leven mogelijk is, maken de broers aan de ballon een kooi vast met daarin een schaap, een haan en een eend. Deze proefnemingen zijn de voorboden van de eerste succesvolle pogingen van de mens om los van de aarde te komen.



Sir George Cayley woonde in Engeland en had de geslaagde ballonvluchten van de broers Montgolfier gehoord. Ook hij wilde graag de lucht in maar zag in ballonnen een serieus nadeel: ze waren niet te besturen. Dus ging hij verder waar Leonardo was opgehouden en richtte zich op een vliegtuig dat te besturen was. Hij ontwierp een apparaat met vaste vleugels, dat eigenlijk bijna alle onderdelen van een modern vliegtuig had: roeren, een gondel voor de vlieger en een schroef. Alleen de motor ontbrak.

Cayley had inmiddels door dat mensen te weinig spierkracht hebben om een vliegtuig te kunnen voortbewegen. Daarom besteedde hij veel tijd aan het bouwen van een kleine stoommachine en een verbrandingsmotor. Hoewel zijn motor op zichzelf een geslaagde uitvinding was, lukte het hem niet om de motor geschikt te maken voor het vliegtuig. Hij was simpelweg te zwaar.


 

Tenslotte bedacht Cayley daarom een zweefvliegtuig. En dat deed wat Leonardo niet had gedaan, hij bouwde hem ook. Blijkbaar was hij niet helemaal zeker van zijn zaak, want hij liet zijn koetsier de eerste proefvlucht maken. Hij eindigde in een crash ? waarop de natuurlijk woedende koetsier ontslag nam.

Hoewel Cayley?s toestel maar twee keer kort in de lucht is geweest, wordt hij toch de Vader van de Luchtvaart genoemd. En als hij een geschikte motor had gehad, dan was hij van de uitvinder van het eerste gemotoriseerde vliegtuig geweest.

Sir George Cayley leefde van 1773 tot 1857.



Otto Lilienthal
Otto Lilienthal was al heel jong gefascineerd door de vlucht van vogels. Net als Cayley was hij op zoek naar een manier om een handelbaar vliegtuig te bouwen. Maar in plaats van veel tijd te stoppen in het ontwikkelen van een motor, richtte Lilienthal zich vooral op het bestuurbaar maken van zijn toestellen. Lilienthal was een echte doener. Hij bleef niet achter de tekentafel zitten maar bouwde zijn zweefvliegtuigen ook meteen. Hij was daarbij niet bang aangelegd want iedere lucht met zijn bedenksels maakte zijn zelf. Hij begon met een eendekker, die de vorm had van vogelvleugels.

Hij bestuurde het toestel door zijn lichaamsgewicht in de richting te verplaatsen die hij op wilde. Daardoor kwam de ene vleugel hoger dan de ander en ging het de goede kant op. En dat is precies de manier waarop vliegtuigen nog steeds worden bestuurd.


 

Lilienthal bouwde in 1895 een tweedekker waarmee hij langer in de lucht kon blijven.
De eerste experimenten lukten maar het jaar erna verongelukte hij. Otto Lilienthal werd geboren in 1848 en overleed na tientallen geslaagde vluchten op 9 augustus 1896.

Net als Jacques en Joseph Montgolfier, de uitvinders van de heteluchtballon, waren de bedenkers van het eerste gemotoriseerde vliegtuig broers. Orville en Wilbur Wright waren zonen van een Anglicaanse bisschop op het Amerikaanse platteland. Hun vader stimuleerde de creativiteit en nieuwsgierigheid van de jongens.



Orville en Wilbur waren fietsenbouwers maar daarbij hadden ze een grondige wetenschappelijke manier van werken. Zo konden ze snel eenvoudige vliegers, vleugelmodellen en motoren bouwen. Maar ze bouwden ook een windtunnel. Die heeft ze misschien wel het meest geholpen wat zo konden ze thuis eindeloos veel vleugelmodellen uitproberen, om op een gegeven moment tot de ideale vleugel te komen.
Toen ze in 1903 naar het strand van Kitty Hawk reisen, met als een bouwpakket hun toestel de Flyers, wisten ze eigenlijk al van tevoren dat het ging lukken.

Vandaar dat Orville en Wilbur allebei met evenveel plezier in hun uitvinding stapten. Op 17 december 1903 vloog hun dubbeldekker, met zelfgebouwde motor en twee propellers voor 12 seconden over 40 meter. Niet lang maar voor de broers lang genoeg om te weten dat ze een historische uitvinding hadden gedaan.