Kids Only > Weten > Hoe bestuur je een . . . ?

Hoe bestuur je een vliegtuig?

Een vliegtuig besturen lijkt op fietsen. Als je alleen maar je stuur draait in de richting die je op wilt, val je. Daarom ga je met je lichaam al de kant ophangen die je op wilt gaan. Dat heb je niet in de gaten, omdat je er niet meer over nadenkt. Maar als je je stuur niet zou gebruiken en alleen je lichaam gebruikt om van richting te veranderen, lukt dit ook. Voor vliegen geldt hetzelfde. Een vliegtuig gaat ook eerst hangen naar de kant die het op wil en verandert daarna van richting.
 

Een vliegtuig kan op drie manieren van richting veranderen: door te rollen, te stampen en te gieren. Om deze drie manieren goed te begrijpen moet je een denkbeeldige lijn in gedachten houden tussen de neus en de staart van het vliegtuig, de langas, en tussen de uiteinden van de vleugels, de dwarsas.


Door de stuurknuppel naar links of rechts te bewegen wordt het rolroer bewogen. Hierdoor wordt het vliegtuig om de langas gedraaid zodat de ene vleugeltip hoger komt dan de andere, laat je het toestel rollen.


Het hoogteroer wordt bedient door de stuurknuppel naar je toe zou trekken en van je af zou duwen. Hierdoor draait het vliegtuig langs de dwarsas, zodat de neus hoger komt dan de staart of andersom, dan laat je het toestel stampen.


Door de voetpedalen om en om te bedienen wordt het richtingsroer bewogen. Met het richtingsroer laat je het vliegtuig gieren. Als de vlieger het rechterpedaal intrapt, draait hij het richtingsroer naar rechts en hierdoor zal het vliegtuig een vlakke bocht naar rechts maken. Het tegengestelde gebeurt als het linkerpedaal wordt ingetrapt.

Stampen, gieren en rollen: daar bestuur je een vliegtuig mee.